Gereedschapskist aantrekkelijk formuleren

Deze gereedschapskist aantrekkelijk formuleren heb ik samengesteld voor alle schrijvers van zakelijke, Nederlandse teksten. Voor alle schrijvers? Nou ja, alleen voor schrijvers die graag aantrekkelijke, duidelijke en goed geformuleerde zinnen produceren. Het maakt verder niet uit wat je schrijft: e-mails, artikelen, adviesrapporten, persberichten of businesscases. En ook niet voor wie je schrijft. Alle lezers houden van goed geformuleerde, makkelijk te begrijpen zinnen. Hou je je regelmatig bezig met wervende teksten (offertes, verkoop, reclame), dan is hoofdstuk 10 voor jou een extraatje.

Dit is een handig boek als je in korte tijd een paar handvatten wilt hebben hoe je aantrekkelijke zinnen schrijft. Dan heb ik het over formuleren, niet over spelling. Over spelregels gaat een ander boek van Bookboon, Intuïtief spellen, dat misschien wel een mooie aanvulling op dit boek is.

Omdat ik het graag heel praktisch houd, krijg je 10 vuistregels. Die zijn voorzien van een uitleg, voorbeelden en aanvullende tips. Het mag duidelijk zijn dat deze vuistregels niet de hele Nederlandse grammatica met al haar regels en uitzonderingen omvatten. Sterker nog, daar waar het niet hoeft, gebruik ik in de volgende hoofdstukken geen grammaticale termen om iets uit te leggen. En kom ik er echt niet omheen, dan zal ik ze uitleggen en dat zo makkelijk mogelijk doen. Ik wil namelijk graag niet alleen dat je snapt wat er staat, maar ook dat je met plezier leest. En dat je de 10 vuistregels gemakkelijk zelf kunt toepassen.

Wie graag wil oefenen voor hij of zij met een eigen tekst aan de slag gaat, gebruikt het laatste hoofdstuk van dit boek. Er staan oefenzinnen en modelantwoorden in. Na dit hoofdstuk volgt een checklist die leest als een samenvatting. Dat is handig als je een tekst snel wilt toetsen!

Maar eerst hier aan de slag! Je kunt dit boek van voor naar achteren lezen, of je leest alleen de hoofdstukken die horen bij een vuistregel waar je nieuwsgierig naar bent. Bij de uitleg van sommige regels verwijs ik naar een ander hoofdstuk van dit boek. Dat is een mooie manier om veel inspiratie op te doen en kriskras door de tekst te gaan. Eén lezer deed dat in elk geval niet: mijn zus Simone, die alle pagina’s nalas op typefouten.

1. De lezer lust geen lintworm 
   1. Waarom korte zinnen? 
   2. Maak zinnen van 12–16 woorden 
   3. Jip-en-janneketaal is voor kinderen 
2. Rechte zinnen scoren! 
   1. Over tangen en klemmen 
   2. Let op komma’s, haakjes en streepjes 
3. Weet wanneer je worden gebruikt 
   1. Actief = korter en duidelijker 
   2. Worden = geen zijn 
4. Schrijf specifiek, zeg wat je bedoelt 
   1. Hoezo een beetje haast hebben? Baken af! 
   2. Containerwoorden laten ruimte voor interpretatie 
   3. Twijfeltaal is de dood van elk advies 
5. Schrijf modern, het is de 21e eeuw 
   1. Over ouderwets en formeel taalgebruik 
   2. Taal is over datum voor je het weet… 
6. Schrijf bondig, de lezer heeft haast 
   1. Wees zuinig met voorzetselcombinaties 
   2. Ik ontken het niet: de dubbele negatie is lastig 
   3. Dubbelzeggingen, waarom zou je? 
7. Zorg voor cement tussen je zinnen 
   1. Signaalwoorden (omdat, terwijl, bijvoorbeeld) 
   2. Verwijswoorden (die, deze, dat, dit, wat) 
8. Gebruik opsommingen graag en goed 
   1. Opsomming in de zin 
   2. Opsomming met zinsdelen 
   3. Opsomming met hele zinnen 
   4. Wat niet mag: ongelijkvormige opsommingen 
   5. Nog meer tips voor opsommingen 
9. Moeilijke kwesties 
   1. Als/dan, hen/hun, vele/velen 
   2. Te veel/teveel, ten slotte/tenslotte en zo 
10. Een dosis vitamine R (relatie) en K (kennis) 
    1. Vitamine R: relatie 
    2. Vitamine K: ken je lezer 
11. Oefeningen en modelantwoorden 
12. Checklist aantrekkelijk formuleren 
13. Literatuurlijst