Het kantoor: het is een jungle
Patrick Forsyth stelt dat kantoorpolitiek invloed heeft op de individuele prestaties en carrières.
Als jouw kantoor de uitzondering is, dan heb je wellicht opgemerkt dat er in andere kantoren – ook al lijken ze soepel, efficiënt en zonder veel rumoer te werken – een onderhuidse hint van spanning ligt. Weer andere kantoren zijn openlijke broeinesten van rivaliteit, vijandschap en achterklap. Als jij je in zo’n milieu bevindt, neem je ongetwijfeld een stapje terug, blijf je neutraal en niet betrokken en ga je door met je werkzaamheden. En als je iemand vindt die dat gelooft, probeer ze dan direct de Tower Bridge in Londen te verkopen, hun goedgelovigheid moet enorm zijn.
Zelfs als je je afsluit van dit alles, zou je dan goed gedijen? Het probleem met het midden van de weg is de vergrote kans om overreden te worden. En dan heb ik het nog niet over het gevaar van het zitten op een hek.
De meeste organisaties hebben te maken met kantoorpolitiek. Het is normaal en wellicht is het, gezien de menselijke natuur, ook onvermijdelijk. Maar wat betekent dit exact? Aan de ene kant roept het een beeld op van ellebogenwerk voor een plek in de Bestuursraad, vechten om het Hoofd van de Afdeling te worden of een samenzwering om de Managing Director of Chief Executive af te zetten en over te nemen.
Aan de andere kant bevat kantoorpolitiek een positief aspect. Kantoorpolitiek waarin het van belang is om de meeste complimentjes te scoren, de grootste salarisverhoging binnen te halen, de strijd om het beste kantoor, de mooiste secretaris, de nieuwste telefoon of simpelweg de stoel het dichtst bij het raam. Nog een ander aspect, en laat hier geen misverstand over bestaan, de meest wrede machtsstrijden gaan vaak over de relatief kleine prijzen. Hel kent geen woede zoals de woede die mensen voelen wanneer ze onterecht de sleutel van de Executive Badkamer niet mogen hebben. Dit is namelijk niet iets dat je kunt vergeten en waar je elke dag weer aan wordt herinnerd als je naar de toiletten gaat.
Deze onderliggende spanningen tonen zich dagelijks op honderd en één verschillende manieren. Je ziet het in gesprekken. In beledigingen – Er zijn slechts twee dingen die ik niet leuk vind aan jou – je gezicht; in de geruchten – Ik hoor dat dingetje van Onderzoek slecht presteert; er zijn een dozijn aan verschillende zinnen die niet bedacht zijn om te helpen, maar om dingen in de war te schoppen. Je ziet ze wanneer mensen zich in een bepaalde positie willen manoeuvreren, bij het bluffen, op een manier dat zelfs de mildste werknemer kan ontvlammen in woede door het kleineren, en op een manier waarin zelfs de best gepositioneerde individuen altijd blijven streven naar meer. Iedereen lijkt ergens achteraan te zitten; of het nou controle over de hele organisatie is of simpelweg het vullen van een nieuwe lade (zelfs de persoon die alles heeft, moet het ergens kwijt kunnen en die willen graag dat het een mooie plek is). En zelfs als je krijgt wat je wilt of niet, of je ambitie hoog of laag is, het is van belang voor jou.
Realistisch gezien is kantoorpolitiek iets waar iedereen mee te maken heeft – of ze het nou toegeven of niet. De vraag is daarom wat doe je eraan? Hoe betrokken raak je en waar moet je naar kijken, vooruitkijken en wat je moet je doen? Er is natuurlijk geen correct alomvattend antwoord. Er is niet iets dat je kunt doen waardoor je direct aan de top van de organisatorische hiërarchie staat, zeker geen magisch gebaar als het knippen met je vingers en schreeuwen, Promotie! Net als zo vaak in het organisatorische leven, kent succes geen magische formule. Er zijn echter aspecten in het kantoorleven waardoor je positieve invloed kunt uitoefenen, of die je kunt gebruiken om op je hoede te zijn.
Het winnen van de kantoorstrijd is niet een exacte wetenschap. Zonder zorg, planning en bedrog ben je afhankelijk van omstandigheden en de ambities van andere mensen. Je kunt ineens lijken op een dwerg die danst met een vrouw met een overvloedige buste – niet in staat om te zien waar je naartoe gaat of zelfs om de muziek te horen.
Er zijn slechts twee algemene manieren om de kantooroorlog te winnen als het je lukt om ongeschonden door de kantoorjungle te komen, niet alleen door te overleven, maar ook door te bloeien. Een manier is door gewoon goed je werk te doen, vertrouw erop dat jouw vaardigheden opgemerkt worden en dat deugd zijn eigen beloning oplevert. Je denkt wellicht dat dit voldoende is en je hebt wellicht gelijk: goed werk en een beetje geluk is wellicht genoeg. Varkens kunnen misschien ook wel vliegen; maar er is genoeg bewijs dat goed werk niet automatisch betekent dat je de erkenning krijgt die je verdient. Als je de uitstraling hebt van een deurmat, dan weet je zeker dat je vertrapt wordt. En voor de factor geluk; daar kun je alleen op terugvallen om het succes van je rivalen te verklaren.
De andere optie is dat je goed werk aflevert en zorgt dat de mensen – de juiste mensen – dit opmerken. Dus wat doe je om de erkenning te krijgen die je verdient en tegelijkertijd anders doelen bereikt. De laatste aanpak is wellicht een veiligere gok en jezelf in de markt zetten als een succes is zelfs belangrijker dan goed werk aflaveren; dit is exact wat sommigen in de business doen. Dus moet je erg voorzichtig zijn met het imago dat je projecteert en de zorgvuldigheid en stijl van communiceren richting mensen die je tijdens je carrière ontmoet; ze kunnen vrienden of vijanden worden en het is wijs om deze zin van Ashleigh Briljant te onthouden, “Ik win altijd. Je verliest altijd. Wat is eerlijker dan dat?”
Carrières moet je managen en het is de kunst om de negatieve kant van kantoorpolitiek te belichten en de dingen te gebruiken die veiligheid en vooruitgang brengen. Natuurlijk is dit een gebied waar succes niet gewoonweg ontstaat – je moet eraan werken.
[bookboon-book id=”e2b602a6-2846-45af-9ede-a516009b041f” title=”Lees meer over Kantoorpolitiek in dit e-boek” button=”Download hier” language=”nl”]